Verwarm de heteluchtoven voor op 180 graden. Maal de geroosterde pistachenoten en amandelen fijn (maar niet tot poeder) in een hakmolentje. Meng er het kaneel en de kardemom doorheen. Hou één eetlepel achter ter garnering.
Smelt de boter in een steelpannetje, en meng de frambozenjam erdoor met een garde.
Smeer het bakblik in met de frambozenboter. Bedek de bodem met filodeeg en bestrijk met boter. Leg er nog een laag filodeeg overheen en bestrijk weer met boter.
Verdeel nu een derde van het notenmengsel over het filodeeg. Dek af met weer een laag filodeeg. Bestrijk met boter en verdeel nog eens een derde van het notenmengsel erover. Dek weer af met filodeeg, bestrijk met boter en verdeel de resterende noten over het deeg. Dek weer af met filodeeg. Sluit af met twee à drie lagen filodeeg, tussendoor bestreken met boter.
Zet voor 5 minuten in de vriezer om wat op te stijven.
Snij de baklava in hapklare stukjes. Bak in ongeveer 25 minuten bruin en knapperig in de oven.
Maak ondertussen de siroop door het water in een steelpannetje te mengen met de suiker en het citroensap. Kook in tot de suiker is opgelost.
Overgiet de baklava gelijk uit de oven met de siroop, maar pas op voor spetteren. Smeer hier en daar nog goed in met de siroop zodat alle baklava doordrenkt is. Garneer met de overgebleven gemalen noten en het amandelschaafsel.